Ovulatie-inductie (OI) is voor vrouwen die geen of een heel onregelmatige ovulatie (eisprong) hebben. Bij deze behandeling krijg je hormonen toegediend in de vorm van tabletten of injecties. Deze hormonen zorgen voor de rijping van een eitje en stimuleren de eisprong.
In-vitrofertilisatie (IVF) wordt ook wel ‘reageerbuisbevruchting’ genoemd en betekent letterlijk ‘bevruchting in glas’. De bevruchting vindt namelijk buiten je lichaam plaats. Voordat dit gebeurt, krijg je een hormoonbehandeling om meerdere eitjes te laten rijpen. Als de eitjes voldoende gerijpt zijn, worden ze met een holle naald uit de eiblaasjes (follikels) gezogen. Dit wordt ‘follikelpunctie’ genoemd. De eitjes en de zaadcellen worden vervolgens bij elkaar gebracht in een glazen bakje, waarbij er hopelijk een eicel en zaadcel samensmelten tot een embryo. Het embryo wordt vervolgens teruggeplaatst in de baarmoeder. Wanneer dit embryo zich innestelt, ben je zwanger.
Intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI) lijkt op IVF, maar de werkwijze in het laboratorium is net even anders. Bij een ICSI-behandeling wordt namelijk voor elke eicel slecht één zaadcel gebruikt. De zaadcel wordt rechtstreeks in de eicel geïnjecteerd. Wanneer er een bevruchting plaatsvindt, wordt het embryo binnen enkele dagen teruggeplaatst in de baarmoeder, net als bij IVF. ICSI wordt vooral toegepast wanneer blijkt dat de zaadkwaliteit van je partner onvoldoende is.
Bij intra-uteriene inseminatie (IUI) wordt het zaad eerst bewerkt en tijdens de eisprong teruggeplaatst in de baarmoeder. Een IUI-behandeling kan plaatsvinden tijdens een natuurlijke cyclus, maar het kan ook zijn dat je hormonen toegediend krijgt die de rijping van de eicellen stimuleren. Als de eiblaasjes groot genoeg zijn wordt de eisprong opgewekt en wordt het zaad door middel van een dun slangetje in de baarmoeder geplaatst.
Deze vruchtbaarheidsbehandeling is geschikt wanneer het zaad van je partner van slechte kwaliteit is of als hij helemaal geen zaadcellen produceert. Bij deze vruchtbaarheidsbehandeling wordt namelijk het sperma van een donor gebruikt en met een dun slangetje in de baarmoeder gebracht. Deze behandeling is dus ook mogelijk wanneer je geen partner hebt.
Wanneer je als vrouw onvruchtbaar blijkt te zijn, maar wel een functionerende baarmoeder hebt, kan eiceldonatie een optie zijn. Er worden dan eicellen van een donatrice samengebracht met de zaadcellen van je partner. Deze bevruchte eicellen worden vervolgens bij jou teruggeplaatst. Voor deze behandeling is een IVF-traject noodzakelijk.
Het kan voorkomen dat zaadcellen niet met de zaadlozing mee naar buiten komen. Bijvoorbeeld vanwege een verstopping die is veroorzaakt door een infectie. Maar dit betekent niet dat je partner geen werkende zaadcellen heeft. Het kan zijn dat de zaadcellen in de bijbal of zaadbal achterblijven. Bij een MESA-, PESA- of TESE-behandeling worden de zaadcellen uit de bijbal gehaald. De vrouw zal bij deze methode een IVF-behandeling krijgen.
Bij in-vitromaturatie (IVM) worden onrijpe eicellen uit de eierstokken gehaald. Deze eicellen worden vervolgens in het laboratorium tot rijping gebracht. Hierdoor hoef je als vrouw geen extra hormonen tot je te nemen, wat minder belastend is. Daarnaast is er minder kans op overstimulatie.
Het ondergaan van een vruchtbaarheidsbehandeling kan veel tijd kosten. Tijd waarin je normaal gesproken mogelijk aan het werk zou zijn. Misschien vraag je je af hoe je een vruchtbaarheidsbehandeling met je werk moet combineren.
Gelukkig hebben werknemers die bezig zijn met een vruchtbaarheidsbehandeling op grond van de Wet arbeid en zorg (WAZO) recht op verzuimverlof, tenzij anders afgesproken. Tijdens dit WAZO-verlof moet je werkgever je loon doorbetalen, maar eventuele onkostenvergoedingen mogen wel stopgezet worden.